zaterdag 27 februari 2016

zelfstigma

Omdat ik de meest idiote vooroordelen had over mensen met 'iets psychisch', had ik natuurlijk ook niet veel compassie met mezelf toen ik in een depressie belandde. Ik veroordeelde mezelf hard en ik denk dat ik mede daardoor veel dieper gegaan ben dan dat nodig was. 
Want:  én jezelf heel slecht voelen én doen alsof je de sterkste vrouw ter wereld bent, kost veel energie. In mijn geval zelfs wat crisissen en opnames. 

Ik besloot na deze periode die vooroordelen aan te pakken. Want ik merkte dat ik niet de enige was. Meerdere mensen wisten niet om te gaan met mensen ' als ik'. En dan heb ik het dus over iemand met de diagnose 'ernstige depressie' waarvoor een opname nodig was.

Ik schreef wat stukjes, sprak erover met mijn omgeving en gaf een radiointerview over schaamte en taboe rondom depressie bij NPO1. Ik promootte daar ook het depressiegala, waar ik natúúrlijk ook was. Ik dacht er nooit meer in te trappen: als ik zelfs op nationale radio vertel dat ik suïcidaal was, dan had ik vanaf nu niks meer te verbergen.

En dan, na een tijdje, is het er weer: (zelf-)stigma. Ik ben namelijk wéér somber, misschien is het weer depressief te noemen zelfs. Ik vind dat ik 'normaal'  moet doen. 'Terugvallen' zijn voor psychiatrisch patienten en niet voor sterke vrouwen. Dat taboe dat er heerst op psychische ziekten, mag er wat mij betreft gewoon weer op! Ik heb het niet. Ik doe er niet meer aan mee.

De ontkenning hou ik slechts een paar dagen vol. En besef weer: iedereen kan last van psychische klachten krijgen. Iedereen kan het overkomen. 
En dus ook mij.

dinsdag 16 februari 2016

nooit meer de oude



Het besef is er. Ineens.  Ik word nooit meer de oude.

Tijdens het jaar van mijn depressie wilde ik dat alles teruggedraaid kon worden. Ik wilde terug naar mijn oude ik: de zorgeloze, blije, positieve, lachende ik. Want zo was ik nu eenmaal. Vond ik.

Maar dat was niet díe persoon die de anderen zagen afgelopen jaar. De hulpverleners bedoel ik dan. Familie, vrienden en bekenden meed ik natuurlijk als ware depressieveling.  De hulpverleners zagen een boze, verdrietige, sombere, onaardige, niet open vrouw van 34. Ik was dwars, prikkelbaar en niet voor rede vatbaar. Ik was alles wat ik juíst niet was, wat ik nóóit was. Ik was mijn depressie.

Ik hoor het me nog zeggen tegen een hulpverlener: ‘ in het echt ben ik echt heel leuk en doe ik heel normaal en ben ik ook best lief’. Ik snapte er niks van. Wie was ik? Waar was ik mee bezig?

De depressie zat in mijn hele lichaam. Van hoofd tot tenen. Van nier tot spier.

Een groot deel van de depressie lijkt verdwenen, maar ik voel de restjes nog. Restjes depressie in mijn buik. Restjes in mijn hoofd. Soms zit er nog wat depressie in mijn benen. Het is niet uit te leggen. En iedereen wil vooral horen dat ‘het’ over is. Misschien wil ik dat zelf vooral... 

Maar er blijven restjes van afgelopen jaar in me. Vrees ik. Restjes pijn. Want de pijn van een diepe depressie vergeet je nooit meer.

Het besef is er. Ineens. Ik word nooit meer de oude.

woensdag 10 februari 2016

merchandise in de GGZ - deel 1

Toen het niet echt lekker ging (lees: ik was opgenomen met een flinke depressie), had ik ook nog wel eens betere momenten. Op een van die momenten bedacht ik dat ik,  mocht ik de depressie overleven, ik wel een shirtje wilde met 'I survived my first depression'. Ik koos voor Engels, want in het Nederlands klonk het zo serieus. 

Dat shirt heb ik nog niet. Terwijl ik het tot op heden dus wel overleefd heb. Misschien moet ik maar een lijn beginnen. Een lijn voor de hele familie.

Op een tas voor de kinderen: 
' my mother had a depression, so we ordered pizza 4 times a week. Pity she's cured'
(Misschien wat lang)

Een shirt met op de voorkant: I survived my first depression
Op de achterkant:  maybe next one I won't 
(Niet gezellig voor naasten als ik dat draag.)

Op een jas: 'Depressie is voor zwakkeren'
(Altijd leuk, een discussie aanzwengelen.)

Ik denk dat het een grotere hit wordt dan mijn lelijke maar betaalbare sieraden. https://www.psychosenet.nl/creatief-met-kralen/ 

Ik ga nog eens goed zitten voor andere artikelen in combinatie met psychische stoornissen. 








dinsdag 9 februari 2016

het signaleringsplan

Toen ik de lerarenopleiding volgde, moest ik veel lesplannen maken en invullen. Héél veel lesplannen. Ook moest ik voortdurend aan mijn POP werken. Vreselijk vond ik het. En kinderachtig.

In de wereld van de GGZ hebben ze dus óók zoiets: het signaleringsplan. Of: terugvalpreventieplan. Of: crisiskaart. Ik moest in het kader van mijn behandeling voor mijn depressie er eentje invullen. Ik moest aangeven wanneer ik ' in groen, geel, oranje of rood zit'. Na maanden van principieel weigeren, ben ik begonnen.


Groen en rood zijn ingevuld.

Groen: het gaat goed.
Rood: ik wil dood.

Nu nog iets zien te vinden voor geel en oranje.

maandag 8 februari 2016

google nooit op hulpverleners!

Nooit meer google ik op de naam van hulpverleners. Ik heb er redelijk wat gehad het afgelopen jaar, maar na er een paar van hen te hebben gegoogeld, heb ik besloten dat dus niet meer te doen.

Ik ben er inmiddels van overtuigd dat elke hulpverlener die ik tref óf iets raars spaart, óf aanhanger is van een Heel Streng Geloof óf op korfbal blijkt te zitten.


En van een hulpverlener die op korfbal zit, neem ik maar weinig aan, vrees ik.

zaterdag 6 februari 2016

herstellende

Het is een veilig antwoord. Als iemand (velen durven/ doen het niet, ook prima) mij vraagt hoe het met me gaat.
'Herstellende' zeg ik dan. Herstellende van een lange, vervelende tijd. Herstellende van een depressie. Herstellende van het niet mezelf zijn. Herstellende binnen het gezin. Om weer een normaal (dit woord mag je absoluut niet gebruiken binnen de GGZ, want: 'wat is volgens jou normaal?' Zucht...) gezin te worden. 

Een half jaar geleden zei ik het ook al tegen belangstellenden: ik ben herstellende. Niet wetende dat ik toen mijn diepste punt van mijn depressie nog láng niet bereikt had.

Dat maakt het nu wat spannender. Want: ben ik herstellende? Of ben ik beter? Of ben ik nog 'ziek', depressief dus? En dan: word ik ooit weer normaal, ehhhh, ik bedoel, word ik ooit weer de oude -oh nee, dat mag ook niet gezegd, want je moet juist níet de oude worden- word ik ooit weer..... tsja... 

Gaat het ooit weer beter met me, met ons? We, ik, mijn man, hulpverlening, denken van wel.

Maar voor nu hou ik het nog even op 'herstellende'. En ik denk dat daar geen woord aan gelogen is.

donderdag 4 februari 2016

depressie op Facebook


Ik merkte dat mensen in mijn omgeving regelmatig googelden op de term ‘depressie’, om mij beter te begrijpen. Als ik dat hoorde, dacht ik: ‘zij hebben dus nog nooit eerder iemand meegemaakt met een depressie'. Heb ik wel eens iemand meegemaakt die in een depressie zat?

Volgens mij niet.


De vergelijking ‘longontsteking/ depressie’, die hulpverleners steeds gebruikten om mij me beter te laten voelen, kwam weer bij me naar boven. Longontstekingen worden vrolijk op Facebook gegooid met verdrietige smilies erbij. Ik heb dat zelf ook gedaan: ‘longontsteking, nu een kuur, hopelijk snel weer de oude’ Ik kreeg daar lieve reacties op: hulp werd aangeboden en ik kreeg de liefste wensen virtueel naar mijn hoofd geslingerd. Op een andere post van mijn hand: ‘ik zit midden in een depressie en dat is mooi kut’ werd niet of nauwelijks gereageerd. De reacties waren alleen van personen die het óók had meegemaakt, van mensen die ik in die tijd had leren kennen. En via Whatsapp kreeg ik de vraag of het soms niet goed met me ging. Ik haalde de post er dan ook maar weer gauw af, aangezien ik nóg depressiever werd door het ontbreken van reacties.

Hóe vaak de hulpverleners mij ook vertelden ‘dat een depressie iedereen kan overkomen’ en hoe vaak ze ook zeiden dat ‘een depressie écht niet iets is om voor je te schamen’: ik kon in mijn 34-jarige leven eigenlijk niemand noemen die óók een depressie had doorgemaakt. Gezien de statistieken moest dat natuurlijk wel het geval zijn geweest. En mijn conclusie was dan ook: mensen houden het vóór zich.


dus:
Op Facebook: etentjes, vakanties en gebroken ledematen.
Twitter: geen etentjes, vakanties, maar wél ruimte voor psychisch leed tussen al die GGZ-tweets die ik dagelijks lees.
duidelijk.



woensdag 3 februari 2016

collega's

Sinds de tijd dat ik thuis zit hoor ik weinig van mijn collega's. Net voordat ik in de ziektewet kwam, wist een collega wel - in het bijzijn van alle andere collega's tijdens een vergadering- te melden dat ze niks aan me had 'want ik liep er zo overspannen bij'.

Ik zou dan denken, in haar geval: ze heeft hulp nodig, ze redt het niet. Voor haar was het een irritant gegeven. Niks meer van deze collega gehoord overigens.

Twee collega's met wie ik contact hield zijn inmiddels vertrokken naar een andere baan.

Wat mij rest is het appen met nog één collega.  Soms zie ik op Facebook nog eens een 'vind-ik-leuk' voorbijkomen van een enkele collega, maar dat is het.

De collega met wie ik app zou mijn kerstpakket komen langsbrengen. Helaas, deze was vergeven aan een stagiaire. Zo hoorde ik van haar.

Kan gebeuren. Ik vind het slordig, niet netjes, maar heb daar niet wakker van gelegen.

Deze week vertelde deze collega in de vergadering dat ze mij heeft gezegd dat mijn pakket naar de stagiaire was gegaan. Iedereen was in shock. Hoe kon ze dát aan een psychisch instabiel iemand zeggen?

Om het nog iets erger te maken reageerde ze met:
Nou, ze heeft toch helemaal niet gewerkt, dan verdient ze toch helemaal geen pakket? Dat heb ik haar gezegd ook.

De shock was nog groter.

Ik vond het wel grappig.

Hadden ze mijn pakket maar niet moeten weggeven:-)