De borderliner
Ik zag hem nog maar weinig. Één van die keren dat ik hem zag,
was met mijn verjaardag, al best wat jaren geleden. De sfeer wat gespannen: hoe
zou hij doen? Wat doet hij überhaupt momenteel? Zou hij wéér een andere baan
hebben? Of een ander huis?
Hij had een nieuwe vriendin dit keer. En nog voordat de
sfeer er enigszins in zou kunnen komen, had hij hem alweer verpest. ‘Ik heb
haar ten huwelijk gevraagd en ze wil’. We keken waarschijnlijk allemaal met
open mond naar hem en naar onze aanstaande schoonzus/ schoondochter. Een leuke
meid, een mooie meid, een jonge meid. Één die héél graag héél jong wilde
trouwen. Het was hem weer gelukt: ons compleet verrassen met een onverwacht
nieuw plan.
We deden er –ondanks dat we ons zorgen maakten- vaak wat
lacherig over. Hoe kreeg hij het voor elkaar? Steeds nieuwe banen, opleidingen,
nieuwe woningen, nieuwe vrienden. De oude baan was achteraf altijd het meest
waardeloze wat hij gedaan had. Het nieuwe was het meest fantastische wat hij
ooit zou doen. Ook dít gold altijd voor huizen, werkgevers en vrienden. Ze
waren álles. En wat later waren ze niets.
Nadat zijn ‘verloving’ verbroken was, volgden er nieuwe
relaties en banen. Het gokken, wat in casino’s gebeurde, maakte plaats voor
online pokeren. Soms hoorden we iets, maar steeds vaker hoorden we niks. Ik
volgde hem online. Ik las rake columns van zijn hand en zag dat hij goktoernooien
won. Hij ging regelmatig naar Las Vegas als verslaggever. En ineens was hij
weg. Weg van het internet (waar hij ook volop gezocht werd), weg bij zijn
nieuwe vriendin. Hij was verdwenen. We hadden hem al eens uit Amerika opgehaald
en deden dat dit keer niet uit Thailand, waar hij bleek te zitten. Ook hierna
verdween hij weer van de radar, maar dit keer kregen we na lange tijd bericht
dat ons enigszins hoopvol stemde: hij had een behandeling gehad voor zijn
gokverslaving en hij was nu, via het Leger des Heils aan een woning gekomen in
de ‘middle of nowhere’. Ver weg van de grote stad, weg van de verleidingen. We
hielpen hem aan spullen, aan wat geld. Alles voor een nieuwe start.
Toch bleek in de loop der tijd dat zijn verslaving niet zijn
hoofdprobleem was. Hij bleek naast ‘een verslaafde’ ook ‘een borderliner’ en ‘een
narcist’ te zijn. En laat daar nou nét allemaal eigenschappen bij horen waarop
ík níet zat te wachten. Hij keek neer op mijn burgerlijke leven. Hij voelde
zich slimmer dan mijn man. Hij dreigde continu met suïcide. Hij verkocht de
door ons gekochte spullen om weer te gokken.
Ik had hier geen zin in. Hij gooide zijn problemen op zijn
beroerde jeugd. Ik vond dat ik hetzelfde mee had gemaakt en: ik deed toch ook 'normaal'?.
Ik noemde hem de borderliner met elf van de negen kenmerken die bij deze
stoornis hoorde. Ik noemde hem de narcist. En ik noemde hem de verslaafde. En op het laatst
was hij óók nog eens depressief. Een depressieve, narcistische, verslaafde
borderliner. Ik zag niks goeds meer in hem. En vervolgens in niemand die ook
één van deze etiketten opgeplakt had gekregen. Ik schreef ze af. Ik
stigmatiseerde. Ze waren in mijn ogen allemaal hetzelfde: niet meer te redden
personen door psychische problematiek.
‘Gelukkig’ kreeg ik een depressie en door mijn opname hiervoor
ontmoette ik mensen met depressies, persoonlijkheidsstoornissen en
verslavingen. Ik leerde veel en zag dat iedereen anders was en dat mensen niet
bepaald zelf kozen om iets te krijgen. Een goede les. Een dure les.
Ruim twee jaar geleden: politie aan de deur. Hij was dood. Er
was een brief.
Niet de borderliner was dood, maar mijn broertje. Mijn
broertje mét een gokverslaving, een borderlinepersoonlijkheidsstoornis en een
narcistische persoonlijkheidsstoornis. Hij werd dertig jaar.
Wat had ik graag wat eerder meer begrip willen opbrengen
voor zijn situatie. En wat had ik hem gewoon willen zeggen: wat erg voor je, ik
ben er voor je, ik snap je en ik wil je helpen. Helaas. Ik kwam te laat tot dit
inzicht: iemand ís niet zijn stoornis, iemand hééft een stoornis.
Dit verhaal voelt als een dik boek. Zoveel emoties en zo veel lading in een pagina tekst. Zo raak, eerlijk en keihard.
BeantwoordenVerwijderen