woensdag 8 april 2020

Voor altijd psychiatrisch patient

Ik heb vandaag de keuze: Netflix kijken, een boek lezen, wandelen, hardlopen, boodschappen doen, knutselen met de jongste (het huiswerk voor vandaag is een kip met kuikens vouwen, kan morgen ook wel) of gewoon ‘in de tuin gaan zitten genieten’ en zo heb ik nog veel meer keuzes. Ik koos voor in bed gaan liggen met een laptop en me diep ellendig te gaan voelen. Want als ik dan toch kan kiezen, kies ik natuurlijk voor het beste en het meest verstandige…

Een paar jaar geleden raakte ik van een overspannenheid in een burn-out in een depressie (of gewoon: een combinatie van alle drie) en dat nam zulke extreme vormen aan dat ik in opnames belandde, therapieën kreeg, zelfmoordgedachten, -ideeën had en -pogingen deed. Ik raakte steeds meer verwijderd van het normale leven en geloofde vooral mijn behandelaren die mij ervan overtuigden dat ik heel ernstig ziek was. Ik kon beter worden met therapieën en pillen en de begeleiding van sommige behandelaren. Ze gingen me redden en ik legde mijn leven in handen van de hulpverlening. Dit zou mijn leven worden: opname, even thuis, opname, nieuwe pillen, nieuw diagnostiektrajectje, geen baan meer. Hoewel: dit was wel een voltijdsbaan. Ik wist van voor niet meer dat ik van achteren leefde en vulde mijn dagen met ggz-gerelateerde zaken. En soms kwam er iets tussendoor wat met het gezin te maken had. Dat gezin was dan mijn stoorzender. 

De situatie, mijn situatie, was ernstig. En met ernstig bedoel ik: ernstig. Dat gold natuurlijk ook voor mijn gezin en andere naasten. Door verschillende factoren kwam ik ergens terecht waar natuurlijk wéér wat anders gezegd werd over mijn toestand en waar ik na een paar weken een antidepressivum te hebben geslikt en een speciale therapie te hebben gevolgd het inzicht kreeg dat ik ook zelf wel enigszins over mijn lot kon beslissen. Ik had niet alles in de hand, wie wel, maar toch best veel wel.

Maanden gebruikte ik om mezelf terug te vechten binnen mijn gezin. Dit bestond uit kei- en kei- en keihard werken: zorgen voor mezelf door ritme te krijgen en te houden, te bewegen, ontspanning te zoeken en maar continu blijven te zoeken naar lichtpuntjes. Ik vind het zelf ook allemaal wat soft klinken, maar het was zo. Twee keer ging het echt wel minder, maar ik doorstond die keren zonder psychologische hulp, ik deed het dus ‘gewoon’ zelf. Ik volgde nog ergens een kort traject en kreeg daardoor wel duidelijk wat mijn pijnpunten nog waren/ nu nog zijn. Maar ondertussen ben ik dus al een tijdje ‘uit de ggz’. Dit klinkt allemaal makkelijker dan het is hoor: want kom maar weer eens ‘gewoon’ terug in een gezin als je vier jaar op een zolderkamer doorbracht of in een instelling. Maar goed. Staat allemaal ook zo ongezellig om dat uit te schrijven. 

Inmiddels bemoei ik me weer met schoolexamens, staptijden, kleedgeld, puzzelen, schoonmaken en koken. Ik spreek af en onderhoud weer veel meer mijn contacten. Maar dat gaat nog niet helemaal vanzelf. Ik was nog niet eens zo heel veel bezig met de vraag of het ooit nog helemaal goed zou komen.

Tot net. Ik kreeg een formulier opgestuurd t.b.v. iets dat niet zoveel te maken heeft met bovengenoemde periode. Er was ook een familieschets in te vinden waarin ik kon lezen dat ik ‘psychiatrisch patiënt ben en hier vaak voor opgenomen word’. Gelukkig, zo las ik, is mijn man ‘stabiel en draagt hij zorg voor de rust’. In tegenstelling tot de vakjes erboven en eronder die wél deze week aangepast waren naar het huidige beeld, was mijn staat onveranderd gebleven. Ook de toestand van mijn man was onveranderd. En in plaats van te denken: dat zijn ze vergeten, moest ik huilen. En ik trok ook vrij snel de conclusie dat dit beeld van mij niet snel zou veranderen in de ogen van veel mensen. En de vraag rijst weer: wat als ik door een ongeluk zwaargewond was geraakt en daardoor vaak geopereerd moest worden en nu al een jaar niet. Had er dan nog gestaan: ‘is gewond geraakt bij ongeluk en wordt hiervoor veel geopereerd’. Of was het weggehaald? Of was het aangepast naar: ‘heeft een ongeluk gehad, is vaak geopereerd, maar het gaat nu goed.’?

Ik weet het niet. En hoewel ik de woorden ‘stigma en taboe’ nog weinig in mijn mond neem, kwam het woord ‘stigma’ wel bij me op. Maar misschien is het toevallig. Is het per ongeluk niet weggehaald en lig ik compleet onterecht me rot te voelen in bed met een laptop op mijn schoot.

Dus ik ga maar even genieten in de zon. Als psychiatrisch patiënt. Of als moeder. Of gewoon, als mezelf.