woensdag 28 april 2021

Verantwoording

Ik ben niemand verantwoording schuldig. Tenminste, als ik de meeste mensen mag geloven. ‘Trouw aan jezelf zijn’, dat soort dingen komen er dan uit als ze met me praten.


Maar in mijn geval is dat dus best lastig, ik wil o-ve-ral verantwoording voor afleggen. Over dat ik wat laat ben bij school (want mijn dochter komt altijd als laatste uit de klas, haha) Over dat ik Coca Cola heb gekocht terwijl het niet in de Bonus was, maar ik er toch zin in had (mijn man kijkt me aan en denkt: waar heb je het over? Al koop je drie kratten Heineken voor de volle prijs, wat boeit het? Heineken is misschien wel een verkeerd voorbeeld. Laat ik er Hertog Jan van maken.)


Ook leg ik aan iedereen verantwoording af wat ik wel en niet tweet (niks te persoonlijk, maar soms ook wel en ja, de kinderen zijn het ermee eens als ik over ze schrijf hoor en ik zet ook nooit iemand echt voor schut ofzo en ik vloek en scheld eigenlijk ook niet op Twitter, omdat ik niemand wil kwetsen. Toegegeven: in het echte leven vloek ik te veel, dus Twitter doet ook echt haar goede dingen voor me.


En als ik dan mijn twijfel over mijn twittergebruik op Twitter gooi is de strekking van de reacties: tweet waarover jij wil tweeten en doe waar jij je fijn bij voelt. En dat lijken me meer dan juiste adviezen.


Maar….ik wil soms wel eens wat persoonlijker worden, zoals nu. Niet om allemaal berenknuffelgifjes te krijgen, maar om te kijken of mensen echt mee kunnen denken over de situatie waarin ik zit. En dat ik kan kijken of daar adviezen bij zitten waarmee ik echt wat kan. Of ik wil vragen of sommige mensen misschien de medicatie slikken die ik slik en of ik daar misschien iets over kan vragen. Ik wil soms wel eens flink uithalen naar iemand op Twitter van wie iedereen denkt dat het een leuk mens is, maar ik denk te weten dat dat allesbehalve zo is. Maar goed, met dat laatste schiet echt niemand wat op. 


MAAR: ik wil helemaal niet dat dat familielid met wie ik geen contact heb, weet wat ik slik. Of hoe het gaat. En wat als mijn therapeut en huisarts meelezen en lezen dat ik momenteel mijn eigen zorgvuldig gespaarde voorraad oxazepam opeet, maar ook op eigen houtje gestopt ben met een ander middel? Of wat als de moeder van een klasgenootje dit leest en zich nu afvraagt hoeveel oxazepam ik nu op heb nu haar zoontje hier speelt? 


Tuurlijk kan ik persoonlijke dingen ook met vrienden of familie bespreken en dat doe ik ook echt wel. Maar wat lijkt het me soms fijn hier wat kwesties te werpen, jullie reacties te lezen en daarmee iets te doen. Of niet. En dat ik daar vervolgens geen verantwoordelijkheid voor afleg natuurlijk. 


zondag 25 april 2021

Een halve crisis

Afgelopen week sprong ik op. Ik was gevraagd een artikel aan te leveren voor een mooi magazine en ik was het totaal vergeten. De deadline wist ik nog: die was de dag erna. De mails erover kon ik niet meer vinden, dus in blinde paniek mailde ik de betreffende persoon. Ik kreeg én wat meer woorden en wat meer tijd, ze liepen toch al wat achter. Ik was al even bezig geweest met mijn stuk over ‘herstel’ en ging er verder mee aan de slag. 


De reden dat ik het vergeten was, nog niet klaar was en niks meer kon vinden, omdat ik blijkbaar alles verwijderd had, lag in de weken ervoor. Die verliepen rommelig. Op een ongezellige manier. 


Waar april 2019- maart 2021 een periode was van rust, stabiliteit, maar wel met een depressie en een ECT-behandeling, maar verder geen gekke pieken of nog diepere dalen, was het vanaf half maart tot en met nu allesbehalve rustig in mijn hoofd.


Geen idee of het toevallig gebeurde omdat ik was gestopt met (één van) mijn antidepressiva. Degene die ik al drie jaar slikte. Geen idee of het erger werd dat ik na een paar weken geen pillen weer begon met datzelfde antidepressivum en die alle bijwerkingen die je de eerste weken kan krijgen, vooral de psychische, blijkbaar kreeg. Geen idee of de therapie die ik volg misschien net wat te zwaar was. Wat ik wel wist, was dat ik op omvallen stond.


Het gevoel dat ik noooooit meer zou krijgen en het idee dat ik nooooooooit meer in een crisis zou belanden, werden gevoelens en ideeën die ineens tóch nog zouden kunnen gaan gebeuren. In crisis zat ik bij mijn psychiater en in crisis lag ik in bed. Ik wilde wel dood, maar hóe, dat was dan weer de vraag waar ik in bed over na lag te denken, Opgenomen worden: voor geen goud. Een crisisteam aan mijn bed: voor geen goud. Wilde immers niet nóg een aantekening in mijn dossier op de scholen van de kinderen (zie vorige stukje). Een gesprek met véél wijn met mijn mannelijke BFF. Een wandeling met een oude jeugdvriendin met zon en een lekker broodje en tussendoor thuis wat voorgeschreven noodmedicatie aangevuld met eigen voorraad noodmedicatie trokken me weer eruit. Een beetje. Af en toe weer een kind ophalen. Af en toe weer even een boodschap doen. Soms weer koken.


En nu ben ik op het punt dat ik spreek van een halve crisis. Als een munt die twee kanten op kan vallen. Naar úit de halve crisis en naar het leven. En de andere kant op: de kant met Te veel, Te zwaar, niet te redden, eigen schuld, zelf naar gemaakt, zie je wel, eens omgevallen, altijd omgevallen. Voorgeschreven medicatie die ik niet meer wil nemen: want: wat doen ze eigenlijk? Mijn therapeut zie ik ook de komende weken niet door Koningsdag en vakanties: wat voor nut heeft dat nog, laat maar. En ze vindt me vast een te zwaar geval. De huisarts: wat moet die ermee? Maar gezien de therapeut nu helemaal onbereikbaar lijkt.... maar wat kán een huisarts als ik zeg me niet goed te voelen?


Corona gebruik ik zelden in tweets of stukjes en ik zou niet weten of het verschil met of zonder er zou zijn: maar ondanks dat er vast mensen zijn bij wie ik terecht zou kunnen, zou ik niet weten bij wie (dit is geen oproep aan mensen trouwens!). Mensen hebben wel genoeg crises in hun leven en ik heb er ook al eens wat gedoe veroorzaakt. Als ik om hulp vraag is er meteen wel écht iets aan de hand. 


Ik blijf nog even in de halve crisis. 


Moeder als psychiatrisch patient

 Er was ‘iets’ met een kind en vervolgens was er nog ‘iets’ met een ander kind. We hadden er besprekingen over, dus ik las me even snel in over de ontwikkeling en over eerder gevoerde gesprekken. Daar stond het: ‘Door de psychiatrische problematiek van moeder, waarvoor moeder ook regelmatig opgenomen is geweest…’ en in het andere verslag stond ongeveer hetzelfde, maar werd het voor de lezer die niet zo nauwkeurig zou lezen nog een keer herhaald dat moeder, ik dus, psychisch ziek was. 


Het sneed door mijn ziel en het maakte me kwaad en misschien nog wel meer verdrietig. Als ze naar de huisarts gaan, krijgen ze waarschijnlijk ook altijd de extra vraag: Hoe gaat het thuis? Hoe gaat het met mama? En ouders van vriendjes en vriendinnetjes zullen door de jaren heen hetzelfde hebben gedaan. 


Een paar jaar geleden. Het ging goed bij ons thuis. We waren een gezond gezin. Bij rapportages stond er niks over ‘vader’ of ‘moeder’. 


Dit was nieuw voor me. En omdat ik ‘al’ twee jaar stabiel ben, vond ik het overbodige informatie. Tranen stonden in mijn ogen. Het ging over mij. Ik ben hun moeder en ik was (ben??) psychisch ziek. Ik heb verzaakt in het geven van een stabiele basis. En als anderen of de kinderen zouden zeggen dat dat best wel meeviel, dan stond er in ieder geval voor altijd in de rapportages nog wel te lezen dat moeder regelmatig absent was.


Tot zover mijn gevoel.


Want: tuurlijk moet het erin staan, dat moeder regelmatig absent is geweest de afgelopen jaren. Natuurlijk moesten ouders, juffen, dokters en anderen weten wat er aan de hand was, zodat ze mijn kinderen wat extra konden vragen en geven. Ik zou het toch ook van mijn leerlingen willen weten? 


Maar dat zinnetje kwam het zó hard binnen, het was een keihard eerlijk oordeel: ik ben er niet geweest voor mijn kinderen. Ze hebben pijn en verdriet gekend door mij. Want:


‘moeder is psychiatrisch patiënt en daarvoor ook opgenomen geweest.’


Au. 


maandag 5 april 2021

Het gaat gewoon goed

Zo. De paasdagen weer overleefd. En Goede Vrijdag ook. Voor Witte Donderdag geldt geen uitzondering. En die woensdag ervoor, met vast óók een bijzondere naam, ben ik óók doorgekomen. Maar morgen. Ga ik die ook redden? En overmorgen dan? En gewoon: april in het geheel? 


Waarom voelt het toch zo, waarom voelt het alsof ik ze overleefd heb? Waar slaat het nou weer op? Want met mij gaat het goed. Of: in ieder geval beter. Ik lig niet in een psychiatrisch ziekenhuis, ik word niet gezocht m.b.v. een burgerenetmelding en ik lig niet bedwelmd in mijn bed. En sowieso: het gaat gewoon goed. Ik ben stabiel, heb een groot gedeelte van de zorg weer overgenomen in huis en ben de afgelopen maanden actiever dan de afgelopen jaren bij elkaar. 

 

Het gaat gewoon goed. Ik groet buren, maak een praatje met ze, app met vriendinnen, kom weer op het schoolplein en trouwens: het geeft wel een kick: iedereen zeggen dat het goed gaat. Dat het beter gaat. Dat ik stabiel ben. Dat ik kook en schoonmaak, maar dat ik –haha- nog wel een beetje moet bijkomen van de afgelopen jaren. Om dan nog even stoer te kunnen zeggen dat ik gestopt ben met mijn antidepressivum. Mijn pillen. 


Het gaat gewoon goed. Want zeg nou zelf: kijk naar de afgelopen jaren. Dramatische jaren. Traumatische jaren. Jaren vol met diagnoses, opnames, pillen en nog meer pillen, gekke twisten, hulpverleners die alle grenzen over gingen, ik, die óók alle grenzen overging, ik, die ging schrijven, hoewel nog hevig verward. Dan gaat het nu toch gewoon goed? 


Nee, je voelde hem al aankomen, het gaat niet zo goed nu. Oké, ik word niet door politie uit mijn huis gehaald momenteel en ik zit ook niet op een gesloten afdeling. Maar mijn oude vijanden zijn er weer: mijn bed, het afzonderen, het niet willen reageren op berichten, het niet kunnen hebben van bepaalde leefgeluiden. En nog meer, maar niet alles hoeft en kan op Twitter. Gelukkig maar.  


Maar dan het volgende probleem: wie neem ik nog in vertrouwen? Familie? Ze zullen doodsbang zijn dat ik terug ga vallen, dat ik in crisis raak. Dat wil ik ze niet aandoen. Vrienden, vriendinnen? De één heeft een crisis op het werk. De ander gaat verhuizen en staat onder hoogspanning, weer een ander heeft een zeer zieke ouder en bij nog een ander speelt ook van alles. Die ga ik niet lastigvallen. En ik ben ook bang dat ze zich zorgen gaan maken.


Een draadje op Twitter: wie leest het allemaal? Wat wil ik er mee bereiken? En: zullen ze me een aandachtvrager vinden? Daar heb ik ook geen zin in. 


Dan blijft mijn therapeut over, maar: die wil ook blijven zien dat ik in herstel ben. Die wil ook met een ander onderdeel aan de slag, zoals afgesproken. En ik wil de therapeut ook niet het gevoel geven dat de therapie geen zin heeft en ben bang dat ik het teken afgeef dat de therapie niet voldoende voor me is. Of dat ze zegt dat ik toch echt zwaardere zorg nodig heb. 

 

Maar verder gaat het gewoon goed gelukkig.