dinsdag 26 april 2016

Ook naar voor je man en kinderen, hoor!

Als het dan niet goed met je gaat, zoals dat nu eenmaal vaak het geval is ten tijden van een depressie, krijgen anderen in je omgeving daar ook wel wat van mee. Mijn man en mijn kinderen bijvoorbeeld viel het op dat ik continu in bed lag en het viel ze op een gegeven moment óók wel op dat ik weg was i.v.m. een opname voor diezelfde depressie.

Vervelend voor mij, want: ik had een depressie én was weg van huis.
Vervelend voor mijn man, want: zijn vrolijke vrouw had een depressie, lag in bed óf was weg van huis.
Vervelend voor de kinderen, want: hun lieve moeder lag in bed óf was weg van huis.

(tevens ook vervelend voor de AH, want mijn man gaf daar afgelopen jaar nu eenmaal minder geld uit dan ik, maar dat even daargelaten).

Eén van mijn thema's is schuldgevoel: het gevoel dat ik tekortschiet als vrouw, als moeder, als dochter en zus, als werkneemster, als vriendin, als buurvrouw, zelfs als cliënt. Het is ook niet zo makkelijk om dat uit mijn hoofd te praten. Ik voel/ ben  (me) nu eenmaal 'schuldig' aan het één en ander.

Het heeft dan ook geen énkele zin om als buitenstaander te zeggen:
'Ook (vooral!) naar voor je kinderen hoor, en voor je man, die moeten nu alles alleen doen'.

Prima als je dat tegen mijn man zegt. Of tegen mijn kinderen.
Maar alsjeblieft niet tegen mij.

Ik weet het. Het is erg voor ze.
Ik voel me daar al zonder opmerkingen héél schuldig over!

maandag 25 april 2016

YMCA/ EMDR

Sinds ik een keer op de melodie van 'YMCA'

want vandaag heb ik weer EMDR,

zong, krijg ik het niet meer uit mijn hoofd.

Inmiddels heb ik:

Want vandaag heb ik weer EMDR
Ja, vandaag heb ik weer EMDR
want ik heb chronische stress
ofwel PTSS
Dus beleef ik alles weer hér!

Loopt nog niet helemaal, maar het begin is er.
Ik voel meerdere hits opkomen.

En wat zeg je dan?

Het was afgelopen jaar, niet mijn jaar. Dat lag niet aan de dood van Bowie, Cruijff of Prince, maar aan mijn geestelijke gemoedstoestand. Ik heb al vaker verslag gedaan van hoe onwerkelijk ik het allemaal vind: van stabiel mens met gezin, huis, baan naar een depressief bergje ellende in bed.

In mijn geval bleef het niet bij in bed liggen, ik ging een stapje verder. Meerdere stapjes zelfs. Was de eerste opname van twee weken bedoeld om even uit huis te zijn en een dagstructuur op te pakken, een tweede van twee maanden bedoeld om medicatie in te stellen en -daar is ie weer- een dagstructuur op te pakken, pakte ik het de derde keer even goed aan om in Zuid-Limburg zeven weken keihard aan 'die depressie' te gaan werken. Dat 'ie'  niet zomaar zou verdwijnen snapte ik, maar dat ik goed en vrolijk thuis kwam, hielp wel mee. Ik sloot deze periode af en ging om dit te vieren met iedereen die maar wilde lunchen, uit eten, wijnen, koffiedrinken en ik nam het huis(houden) weer snel over. Ik begon te schrijven en weer eens interesse te tonen in anderen.
Mensen die me vroegen hoe het met me ging zei ik: 'goed, die zeven weken hebben me goed gedaan, nu alleen nog wat EMDR bij een psycholoog en ik ben klaar'. En alles zei ik lachend, want ik lach nu eenmaal graag en vaak.

De vierde opname, die dit keer toch zomaar een week of zeven op zich had laten wachten kwam dan ook wel weer redelijk onverwacht. Mijn stemming daalde, aan EMDR kwam ik helemaal niet toe, mijn gedachten gingen héle rare dingen denken en ik begon weer te 'overleven'. 's Ochtends uit bed. 's Avonds er weer in. En tussendoor allemaal hinderlijke dingen als huishouden, man, kinderen, afspraken, feestjes. Het bed ging ook overdag weer aan me trekken. Dit keer deed ik het anders: ik trok aan de bel, meteen, samen met mijn man. Het tij was niet meer te keren. Dat wat mijn depressie veroorzaakte moest opgelost gaan worden: met een nieuwe diagnose op zak: PTSS met verlaat begin.  (naast de al bestaande: ernstige depressie, eenmalig, zonder psychotische kenmerken), vertrok ik weer naar Limburg.

Naar mijn jeugd, die toch niet zo leuk was als ik mezelf en anderen deed geloven, moest ik terug. Ik werd tijdens deze opname verplicht om langer dan één tiende seconde aan vreselijke dingen te denken. Dit bleek al zo heftig, dat ik 'gestabiliseerd' diende te worden. Verder ben ik niet gekomen. Niet verder dan stabilisatie. Nu moet ik verder, vanuit huis. Met intensieve traumatherapie. Ik heb er zin in.....

Maar goed: wat zeg je, in dit geval: ik dus, dan, als je mensen bij de AH tegenkomt en die willen weten hoe het gaat? Veel mensen weten dat ik eruit ben geweest, weten niet wat ze moeten zeggen en vragen naar de kinderen: prima. Andere mensen duiken een ander gangpad in (best fijn soms!), sommigen vragen plompverloren wat er nu 'toch allemaal aan de hand is' (duidelijk) en sommige mensen groeten me en lopen door. ik zie de vertwijfeling, ik zie de vragen.

Momenteel heb ik totaal geen behoefte om iedereen mijn verhaal van depressie, opnames, PTSS, EMDR en dat soort dingen te doen. Ik ga wat bedenken wat ik aan kennissen, buren, moeders van school, en vaders trouwens, ga vertellen áls ze ernaar vragen. Het wordt iets van:

'Ben er even 26 weken tussenuit geweest, maar het gaat prima'.

Of toch wat anders.
Ja, het wordt wat anders.