dinsdag 19 november 2019

Recensie 'Veel succes met je PTSS'

Recensie ‘Veel succes met je PTSS’ van Marijke Groot

Door M. Groot 19-11-2019

Vond je het bundeltje ‘Het was niet alleen maar leuk tijdens mijn depressie’ leuk? Dan zal je deze ook moeten lezen/ kopen! ‘Veel succes met je PTSS’ is namelijk bijna hetzelfde opgebouwd.  Gedichten, berichten en anekdotes volgen elkaar op. I.p.v. ‘ggz-extra’s’, wordt de bundel nu afgesloten met columns. Alleen zijn de gedichten van een ander kaliber dan die uit haar eerste bundel. Minder gerijm, toch toegankelijk, open en eerlijk, dat dan weer wél als de vorige keer. Ze zijn ook persoonlijker, wat zat er achter de depressie? Best wat. Het ene moment word je ontroerd door een gedicht, maar een zwaar gedicht kan ook best grappig eindigen. Een tweet vol met heftige emoties, een tweet waar je misschien iets te hard om moet lachen. Wat voor gesprekken voeren kliniekgenoten met elkaar? Het pastelgroene boekje laat je alle kanten opgaan en zal je ondanks dat je denkt dat je de roze kent, toch weer verbazen, emotioneren en aan het lachen krijgen.

Vond je het bundeltje ‘Het was niet alleen maar leuk tijdens mijn depressie’ maar niets? Dan raad ik je aan de bundel ‘Veel succes met je PTSS’ aan te schaffen. Waar het roze boekje nog wat oppervlakkig bleef rondom het thema ‘depressie’ en de schrijfster veel aan eindrijm deed bij haar gedichten, zie je nu dat ze gegroeid is op diverse gebieden.
Thema’s als ouderverstoting, een onderzoek van Veilig Thuis, een gedwongen opname, vermist zijn…: ze worden niet geschuwd. De schrijfster vertelt wat dit met haar heeft gedaan. Hoewel er toch nog veel vragen overblijven: hoe heeft het zover kunnen komen dat iemand zó onderuit is gegaan? Waarom raakte ze vermist? Ze kiest er bewust voor om niet alles te expliciet te vertellen en weegt haar woorden af, hoewel de vertellingen als impulsief kunnen overkomen. Zo blijft er ruimte voor eigen gedachten en gevoelens.

Zo cynisch en sarcastisch als ze in haar eerste bundel was, is ze niet meer. De ernst van haar situatie wordt duidelijker. Maar dat betekent niet dat er geen (zwarte) humor in te vinden. Of je nu of wilt of niet: je zal af en toe moeten (glim-)lachen om de iets te grove opmerking, de íets te ver gaande gedachte. 

De bundel laat je achter met antwoorden, met vraagtekens, met verbazing, met zwaarte, met een lach.

‘Veel succes met je PTSS’ landelijk verkrijgbaar en momenteel wordt het boek gratis verzonden via de site van LIBRIS!

https://www.libris.nl/zoek/?q=veel+succes&b=

dinsdag 5 november 2019

Waarom een bundel (deel 3)

Ik besloot dus tot een tweede bundel. Ergens uit frustratie (nog niet toe aan vast werk, geen hulp, ik moet toch íets?!), maar natuurlijk zat er ook een positieve kant aan, want anders was ik er helemaal niet aan begonnen

Ik heb best wat (veel eigenlijk wel, maar ik merk dat ik bij elke positieve noot wel ergens als arrogant bestempeld word) reacties gehad op mijn vorige bundel. Een bundel waarop ik niet trots ben. Rijmelarij, te cynisch soms, te sarcastisch ook. En toch ben ik wel een beetje trots. Door de reacties. Niet omdat het ‘zo goed geschreven is’, maar omdat het mensen heeft geholpen psychische problematiek bespreekbaar te maken. Mensen namen gedichten mee naar behandelaren, naar familie. Mensen herkenden zichzelf. Mensen lachten. Mensen huilden. En ik kreeg wel eens de vraag (vaak, maar vast óók weer ‘not done’ te zeggen…) of er een tweede bundel kwam. 

En die tweede en laatste bundel (in deze lijn) komt er dus. Dat wat ik bereikte met de eerste (Het was niet alleen maar leuk tijdens mijn depressie), was best veel. Ik had mensen geholpen met het geschreven werk. Ik had mensen laten lachen. Doe ik tóch nog iets voor de maatschappij. Zou ik dat nog eens kunnen doen? Zou ik psychische problematiek nog meer bespreekbaar kunnen maken? Nou, eigenlijk wel meer: seksueel trauma, ouderverstoting, uit je huis gehaald worden door politie en afgevoerd worden door een ambulance, vermist zijn met burgernetmeldingen... Het zijn geen alledaagse onderwerpen en het zijn geen onderwerpen om mee te koop te lopen. Maar ik bespreek ze wel. 

Onderwerpen die je eigenlijk voor jezelf houdt. Maar aangezien mijn hele buurt de politie toen wel heeft gezien en het óók de wereld in zou kunnen smijten, doe ik het maar, veilig in een eigen bundel. En misschien durft iemand anders ook wel te spreken over een (seksueel) trauma n.a.v. het gedicht. Het is overigens niet de bedoeling dat mensen nu mij na gaan doen met vermist raken (geen aanrader). 

Het woord ‘taboe’ wil ik eigenlijk niet gebruiken, want: iedereen gebruikt het al. Voor wélk mogelijk onderwerp dan ook. Want dat genereert aandacht. Toch, noem ik het wél. Er rust een taboe op het bij de ggz in behandeling te zijn. Heel vaak is dat taboe er ook niet trouwens. Ik vraag me soms af of er op Twitter geen taboe ligt op het feit dat je ‘gewoon gelukkig’ bent. De zin: ‘Op Instagram en Facebook lijkt alles mooi, maar dat is het niet hoor!’ wordt vaker gebruikt dan welke zin dan ook. Ik maak me er zelf ook schuldig aan… Natuurlijk moet er aandacht zijn voor die kant en dat doe ik dan ook wel. Maar vooral voor díe mensen die ermee te maken hebben in hun echte leven. De vrienden die niet meer langs komen i.v.m. je depressie. Het begrip dat er online lijkt, mis ik zelf nog wel eens in mijn ‘echte leven’. 

En daarom schreef en bundelde ik maar weer. Een inkijkje in de ggz. Ook 38-jarige moeders komen op zwaarbewaakte afdelingen terecht. Het kan jóu óók overkomen…
Je bent niet de enige die dood wilde. Je bent niet de enige die Veilig Thuis op de stoep had staan (of gebeurde dit alleen bij mij? Nee toch?). Ik bespreek het. Op mijn eigen wijze wederom.

Vrees niet dat deze bundel ineens enkel loodzwaar is. Ik laat jullie ook weer gewoon lachen hoor, tenminste, dat is de bedoeling, want het leven is een feestje, maar je moet… (jullie weten waar ik naar verwijs, hè?) Daarnaast schrijf ik ook over goede zorg, over naasten, over yoga. Over de bizarre gesprekken die ik voerde met mensen. 

Ach. Ik schreef een tweede bundel en ik heb voor mezelf weer enigszins helder waarom. 

Rest mij niks anders te zeggen: Koop dat ding gewoon. Goed voor mijn eigenwaarde, goed om moeilijke zaken bespreekbaar te maken. Om de woorden te vinden die jezelf niet vond. Om te lachen om mijn net iets te grove, zieke gedachtes over bijvoorbeeld de lief-en-leedpot van de basisschool. 

En voor als je op een wachtlijst staat, voor in de tussentijd: Veel succes met je PTSS! (of met welke andere psychische aandoening dan ook!)

Waarom een bundel (deel 2)

Om te ontspannen sloeg ik niet aan het bundelen of schrijven. Wel als overleving dus. ‘Iets te doen te hebben in een eigen tempo’ (dat ik dus zo extreem opvoerde dat er niks eigen-tempo-achtig-iets meer aan zat). Zo verkocht ik het naar mezelf en naar de mensen om me heen.

Maar de werkelijkheid was een stuk onaangenamer. Ik overleefde de tijd inderdaad (ik zit dit nu namelijk te typen), maar niet op de manier die ik van tevoren had gehoopt. ‘Het boek’ werd al snel omgedoopt tot ‘dat kutboek’. Ik was boos op alles en iedereen. Op mezelf, op ‘de ggz’, op behandelaren. Als ik dan te slecht zou zijn voor behandeling, wat deed ik dan nog op straat zonder hulp? Gezien de inhoud van de afwijzingen, zou je me minstens met een jarenlange RM moeten opnemen. Maar ik zat weer thuis. Zonder hulp. En verdrietig. Dat was ik ook. Nare herinneringen namen me over. Die nare herinneringen werden natuurlijk ook gevoed door de vulling van de bundel: gesloten opnames, vermist geweest zijn, mijn jeugd (die niet altijd alleen maar leuk was), onderzoeken die we als gezin moesten doorstaan. Ik verloor, hoewel op eigen initiatief, mijn baan. 

Ik voelde me te slecht om een andere baan aan te gaan. Ik ben niet echt lekker stabiel. Ik lig, zoals gezegd, meer in bed dan dat ik eruit ben. En ik weet dat juist ritme, beweging, ‘zelfzorg’ enz. enorm goed zouden zijn voor mezelf. Maar liggend in bed met een laptopje, een glas wijn en wat benzodiazepinen beviel ook wel weer. Op de momenten dat het kon, was (en ben) ik wel beneden hoor, ik probeer het leven dat ik vijf jaar niet heb kunnen leiden, weer op te pakken (hoewel dat niet zo klinkt, maar ik kook soms weer, ben soms weer op school te zien, ga mee naar zwemles, doe soms boodschappen en doe soms ook weer leuke dingen met vrienden). 

Gaat het me om het geld? Nee. Door het debacle van mijn vorige boek (meer terugbetalen dan dat ik winst had), wist ik dat ik het daarvoor niet hoef te doen. Quitte spelen, een etentje en een leuke jurk en ik ben zeer tevreden)

Gaat het me om ‘Zie mij! Ik heb gewoon weer een boek geschreven!’. Misschien wel een beetje. Als je dan niet meer werkt, je zelfs niet voor hulpverlening in aanmerking komt en iedereen om je heen wél werkt en ook nog eens een huishouden draaiende houdt (zoals ik ook altijd heb gekund, maar soit), dan is het fijn ‘iets’ neer te kunnen zetten. En blijkbaar is ‘een boek’ voor mensen best een groot ding. (En… ik doe het in eigen beheer, dan is het écht best een ding… er komt toch best veel bij kijken, dus ergens heeft ‘men’ dan een punt.)

Gaat het daarom ook om de complimenten die misschien zullen volgen? Misschien wel. Complimenten zijn, indien gemeend, best fijn. Ik weet ook dat er weer gezeur komt: ALS JE DEPRESSIEF BENT KAN JE NIET SCHRIJVEN!!! Dit laatste klopt best redelijk trouwens. Ik blik vooral terug. Ik schrijf als het wat beter met me gaat en ik zit helemaal niet in een ernstige depressie. Maar die discussie móet ik niet eens meer willen voeren. Soms de neiging terug te schrijven: en jij dan? Je roept alleen maar dat je depressief bent, maar je kan wel tweeten??!! Ik wil er geen wedstrijd van maken, zoals sommigen lijken te willen doen. 

Een dikke huid heb je wel nodig als je dit doet. En eigenlijk wel goede redenen. En die goede redenen zijn er vast ook wel. Tenminste. Daar hoop ik nu, na dit geplaatst te hebben, op te gaan komen.

Zie deel 3.

(ik ben echt goed in cliffhangers! Moet ik wat mee gaan doen, een boek schrijven of zoiets dergelijks)

Waarom een bundel? (deel 1)

Ik heb het idee dat ik van alles de wereld in wil smijten. Maar ik kies er vaak voor dat niet te doen. Welk doel dient het? Schaadt het mij of een ander? Maar de volgende vraag houdt me momenteel erg bezig: waarom bundelde ik ook alweer een boek?

Gewoon, hardop nadenkend, in de vorm van een blog: waarom besloot ik om weer over te gaan tot het bundelen van geschreven materiaal, terwijl het me de vorige keer zo veel stress kostte en ik zelfs niet rustte voordat het boek uitverkocht was? Wat doe ik mezelf aan? Een presentatie, interviews, het versturen van exemplaren naar mensen die er één krijgen, berekeningen maken. Kosten, opbrengsten, wat als er net als vorige keer een tweede druk ‘nodig is’. Ga ik dat weer doen, of laat ik het er gewoon bij, is wel zo rustig. Waarom?

Was het proces ernaartoe leuk? Nee. Iemand merkte op dat het zó knap was dat ik wéér met een boek kwam. ‘Knap?’ Zei mijn man. ‘Dit doet ze alleen maar om te overleven. Het is een vlucht.’ Ik kon niks anders dan het beamen. Ik zat niet romantisch aan een tafeltje met een kaarsje ‘lekker te verzamelen en te schrijven’. Mijn bundel is compleet tot stand gekomen in bed. Of ik echt bijna alleen maar in bed doorbracht de afgelopen tijd? Ja. Sinds ik hoorde dat ik bij twee ggz-aanbieders niet terecht kon, terwijl ik daar zo naartoe had geleefd, werd ik weer terug op mezelf geworpen. Ik keek al een half jaar reikhalzend uit naar die hulp. Omdat ik wist dat die eraan kwam, hield ik het vol. De hoop vervloog en daarmee ook direct mijn levenslust. Omdat er toch wel aandacht leek voor een tweede bundel, hakte ik de knoop door en ik stelde mezelf een keiharde deadline: hoe leuk zou het wel niet zijn als het precies een jaar later gepresenteerd zou worden? Leuk toch? Ja. Echt heel erg leuk. Superleuk. Zo leuk dat het me verlamde. Wat doe ik erin? Wat niet? Welke volgorde? Kwets ik met dit stukje iemand? Kan ik dat zware onderwerp echt wel opnemen in mijn boek? 

Het werd weer last-minute-werk. De bundel ligt bij de drukker en ik heb weer nadenk-tijd. Heb ik nog wel hulp nodig? Waarom ben ik niet blij nu ik ‘klaar’ ben? Maar vooral dus: waarom heb ik dit gedaan?

Daar ga ik nu naar kijken. Maar ik plaats deze blog alvast. Toch wel een ontzettend gave cliffhanger dit. (ik plaats straks deel twee/ drie/ vier denk ik)