zondag 4 juni 2023

Kinderbescherming

Ik stond vanochtend op met het bericht dat ik was aangemeld bij de kinderbescherming. Daarnaast las ik – ook deze morgen- een mail met de vraag of ik christelijk was. En dat haar hart huilde. Het hart van een onbekende mailschrijfster dus. Of ik me wel afvroeg wat ‘dit’ met mijn kind deed. 

‘Dit’. Het is al dagenlang het gesprek op Twitter. De afgrijselijke moeder, ik dus, die treiterend voor de ogen van haar kind sushi ging eten en haar vals liet weten dat zij dat niet kreeg. Dat zij maar moest stikken in haar pasta en haar komkommer en dat zij het niet waard was. Want daar haalde ik plezier uit.

Terug naar woensdag. Ik had geen zin om te koken en stelde voor om patat te halen. Mijn man wilde dat niet en stelde sushi voor. Het was al laat en eigenlijk eten we sushi soms met zijn tweeën in het weekend. Als het kind al op bed ligt en een diepvriespizza heeft gegeten. ‘Yes! Mag ik dan noodles?’ vroeg het kind in kwestie. ‘Prima’ antwoordde ik. Ze trok de la open en zag ook zo’n pot ranzige pasta staan. Ik koop het omdat mijn kinderen het lekker vinden en mijn negentienjarige het regelmatig eet als wij iets ‘vies’ eten. Of als ze van een feestje komt. Ze glunderde.

Terwijl ze voldaan na het eten en een toetje naar het jeugdjournaal keek, kwam onze sushi. Het was héérlijke sushi, dat mag gezegd. Op een gegeven moment kijkt ze naar ons eten en zegt ze ‘als ik later getrouwd ben, mag ik ook sushi.’ Ik lach. Ze verbindt het eten van sushi aan volwassen zijn. Hoe lang komen we hier nog mee weg? De dag erna besluit ik dat het een leuke tweet is. Ik plaats de opmerking over het huwelijk en de sushi. Er volgen likes en opmerkingen. Op een gegeven moment vraagt iemand ‘waarom mag zij eigenlijk geen sushi?’ Ik heb er niet zo over nagedacht en wilde Twitter eigenlijk net afsluiten. We eten het met zijn tweeën en genieten ervan. Zij zou het naar binnen trappen in hetzelfde tempo als de pasta en dat vind ik zonde. Ik antwoord iets over dat ze een grote eter is en dat ik het dan best duur vind. 


Een paar uur later open ik Twitter weer eens. De meldingen zijn ontelbaar. Er zijn screenshots gemaakt over haar jaloerse blik richting de sushi en mijn opmerking dat het te duur is. De dreigementen (ik hoop dat ze in het verpleeghuis later je nooit opzoekt, of dan zelf sushi bestelt en jou een boterham geeft, achterlijke kuttokkie!!!!’) vliegen om mijn oren. Al snel ben ik de slechtste moeder van de wereld en krijg ik ‘aanbiedingen’ om sushi voor mijn dochter te bestellen. Want, daar is ‘ie weer: er zijn huilende harten.

Ik heb geen idee wat er met al die harten gebeurt als ze de hongersnood in de wereld zien, of de oorlogen op het nieuws bekijken, maar in dat geval ben ik diegene die haar hart vasthoudt. Ze zijn vast niet veel gewend. Tegelijkertijd vraag ik me af of hun kinderen in een restaurant een kindermenu krijgen, of dezelfde entrecote als vader heeft, mogen bestellen. Friet met kipnuggets lijkt mij dan ook heel zielig voor ze? Zijn het mensen, die dit schrijven, van wie de kinderen alleen cola in het weekend mogen, terwijl zij het doordeweeks drinken, of krijgen de kinderen óók doordeweeks cola en hebben ze rottende gebitjes? Voor allebei de keuzes lijkt me iets te zeggen. Het lijkt er in ieder geval op dat deze mensen nog nooit iets voor hun kinderen hebben besloten wat in hun nadeel heeft uitgepakt: het gaat blijkbaar om perfecte ouders.

Er zijn ook tegenreacties (mijn ouders legden ons vroeg in bed en gingen dan gourmetten en: ik mocht alleen nep-cola, terwijl mijn moeder coca-cola dronk) en het valt me op dat ik lieve berichten in mijn ‘dm’ krijg, niet direct te lezen door anderen, maar mensen die hetzelfde doen, of die het niet doen, maar me groot gelijk geven. Hun tijd komt nog wel. 


Ik wil me niet gaan verantwoorden, maar merk dat ik dat naar mezelf doe. Ze zit toch op paardrijles? Kost me momenteel 25 euro per privélesje. En als ik naar haar kledingkast kijk vol met Sissy Boy en andere toffe merkkleding, denk ik niet dat ze op dat vlak tekortkomt. En nee, ik vind merkkleding niet belangrijk, maar leuke kleding koop ik graag en misschien ook veel, Ik kook bijna elke avond een lekkere en gezonde maaltijd voor haar. En ken ik kinderen die net zo vaak als zij op een terrasje zitten met wat drinken en een bak nacho’s? Daarnaast hebben we het over een gelukkig en blij meisje dat elke dag tegen me zegt dat ze van me houdt. Waarom zou ik verdomme twijfelen aan mezelf?

Ik vraag me af waarom mensen zo tekeer gaan op basis van twee, misschien wat ongelukkig te lezen, tweets. Het raakt me, terwijl ‘iedereen’ om me heen me zegt me er niks van aan te trekken. En dat nu een filmpje van haar rondgaat op Facebook, terwijl ze paardrijdt en daarbij schofterige reacties over pasta en komkommer: het doet me wat. Het voelt als een inbreuk op mijn privacy. Op Twitter zit ik nu achter een slotje en ik heb geprobeerd meldingen op Facebook uit te zetten.

Maar, even over de volgende keer: als ik weer sushi bestel, geef ik haar een diepvriespizza denk ik. Is toch nog steeds een stuk goedkoper;). Of ik laat haar een keer mee eten. Waarschijnlijk wil ze de keer erop weer van die ranzige pasta.


Maar gelukkig, wat er ook gebeurt: de kinderbescherming is gebeld. 


dinsdag 14 februari 2023

therapie

Begin dit jaar begon ik met een nieuwe therapie. De oude die ik volgde was meer een wekelijks kletspraatje over hoe het ging. Slecht meestal. Niet zo slecht dat er van alles nodig was om me op het juiste spoor te houden, maar de somberheid bleef overheersen. In november veranderde er iets. Ik stopte met een medicijn en nam een week afstand van mijn gezin. Sindsdien durf ik hardop te zeggen dat het best goed gaat. Tenminste, dat dénk ik. Het gaat bij lange na niet zoals het met me ging voordat ik instortte, maar het gaat ook láng niet zo slecht als dat het de afgelopen jaren ging. En dat is zo met het oog op mijn nieuwe therapie mooi meegenomen. Ik lijk voor het eerst echt ontvankelijk voor wat er daar gebeurt. Ik zie waar ik sta (aan het begin) en waar ik heen ga (verwerking). De kop is er en de staart volgt. Of zoiets.

Ik weet dus dat ik met deze therapie op een gegeven moment ga kijken naar wat er gebeurd is. Dat is natuurlijk de afgelopen jaren ook wel eens gebeurd, maar het werkte vaak niet denk ik. Ik was te labiel. Te depressief. Te veel bezig met hoe het op dat moment met me ging, niet in staat terug te kijken. Soms komt dat nu, zo in het begin van deze therapie, al even ter sprake en vaak gaat het dan over ‘vroeger’. En daarmee wordt vooral bedoeld de echtscheiding van mijn ouders, mijn loyaliteitsconflict dat leidde tot bemoeienis van jeugdzorg, een ondertoezichtstelling, een voogd, een uithuisplaatsing, weglopen, een nieuw pleeggezin en meer ellende. Maar steeds vaker denk ik dat ik er tóch al voldoende bij heb stilgestaan de afgelopen jaren. Dat ik besef wat er gebeurd is, dat ik kan erkennen wat er gebeurd is, dat het erg was en dat het nu niet meer zo speelt in mijn dagelijkse leven. Het heeft me vast gevormd en ik zal er ook vast bepaalde patronen aan ontleend hebben, maar mijn dromen gaan er niet over, ik word er overdag niet door overspoeld en ik kan erover schrijven.

Waarover ik wél droom, waardoor ik soms overdag nog wél misselijk word en waarover ik nog nauwelijks kan schrijven zijn de gebeurtenissen van afgelopen jaren. Natuurlijk schreef ik erover, vaak met ironische ondertoon, maar nu lukt het me niet. Zal dit dan zijn wat ik moet verwerken?

Mijn depressie, mijn suïcidepogingen, mijn vermissingen, mijn compleet verwarde gedrag, de gevolgen die alles heeft had gehad voor mij, mijn gezin, mijn familie, mijn vrienden. Mijn schuldgevoel, mijn schaamte. Alles wat ik meemaakte in de ggz. Mijn diagnoses, mijn ontelbare pillen, gedwongen en vrijwillige opnames, al dan niet gesloten. Het was veel. Van therapie is het eigenlijk nooit gekomen.

Vannacht was het weer zover. Ik droomde over een mix van het bovenstaande en vanochtend deed de mooie natuur en een bepaalde geur me denken aan een zekere opname. Ik werd op slag naar. Ik weet dat de ‘waaromvraag’ niet zoveel zin heeft en ik weet dat de woorden ‘compassie’, ‘mild zijn voor jezelf’ nu nodig zijn, maar die kan ik niet laten doordringen. Ik ben allesbehalve mild voor mezelf als ik denk aan afgelopen jaren. Ik neem het mezelf kwalijk (al weet ik ook wel dat ik niets ‘expres’ heb gedaan) dat ik er zo’n zooi van heb gemaakt. Dat ik mijn kinderen waarschijnlijk heb beschadigd en mijn huwelijk op het spel heb gezet. 

Zal dit het dan zijn waar ik nu therapie voor nodig heb? Ik vrees het. Traumaverwerking voor mijn tijd in de ggz. Zonder te wijzen naar behandelaars of naar instellingen. Want die moesten het ook maar met mij zien te redden. 

Ik lijk er klaar voor, maar het wordt niet makkelijk. Dat merk ik nu al.