dinsdag 3 maart 2020

grapjes, gevoelens, verkoop en reclame

Terwijl ik wat grapjes maak richting mijn jongste kind of iets grappigs (bedoeld) op Twitter plaats, ben ik me pijnlijk bewust van de andere kant die mijn leven ook nog kent. Het meezeulen van een paar wat minder prettige jaren. Slechte en zware jaren.

Ik vertelde er afgelopen week een familielid over. Want terwijl alle levens doorgaan, zelfs die van mij, draag ik deze afgelopen jaren zo ongeveer elke seconde met me mee. Het familielid dacht dat het meeviel: het was toch logisch. Toen ik uitlegde wat voor invloed het momenteel op me heeft, op mijn denken, meedraaien in het gezin, mijn gedrag en op mijn gevoel, veranderde de laconieke houding in een zorgelijk gezicht dat de woorden: ‘Zoek maar snel hulp, want dit is niet goed’ uitsprak.

En echt, zoals ik ongeveer elke blog al zeg: het gaat wel oké. Maar naar mijn maatstaven is ‘oké’ blijkbaar heel anders dan bij een persoon zonder al te grote problemen. Mijn problemen en zorgen waren enorm. Afgelopen week werd het bevestigd door een naaste: ‘Ik heb alleen maar gedacht: hoe moet dit verder? Dit gaat nooit meer goed komen.’ En daar stond ik dan nu. Helder, opgemaakt, duidelijke zinnen formulerend... Ik vertelde dat ik ziek was, dat ik echt heel erg ziek was. Mijn naaste kreeg tranen in de ogen en bevestigde dat ik heel ziek was. Sommige mensen, mensen op afstand, ontkennen dat, want het zou vanuit levensproblematiek komen en dan dus wellicht geen ziekte zijn. Maar wat was ík ziek.

Niemand herkende me meer. Iedereen vroeg zich af of ‘dit’, ik dus, ooit nog zou herstellen. En waarschijnlijk vroeg men zich af wanneer ik dood zou gaan. Als ik mijn eigen naam google, staat er bij mij als optie: ‘overleden’ achter. Er zullen dus mensen zich hebben afgevraagd of ik nu al eens dood zou zijn met dat leven dat ik leidde. Niet geheel onterecht.

Ik pak mijn leven alweer een tijdje op en dat kost me veel. Ik houd niet van zeurende mensen. Mensen die klagen om te klagen. Over moeheid, over drukte, over te veel aan prikkels en triggers. Maar als ik zou willen, zou ik er makkelijk aan mee kunnen doen. Terwijl ik een aantal jaren geleden én werkte én mijn kinderen verzorgde én het huishouden deed én sportte én sociale contacten onderhield, hoor ik mezelf nu soms zeggen: ‘die twee afspraken op één dag waren misschien toch nog wat te veel, morgen maar even niks doen om te herstellen’. UIT MIJN MOND. Nadat ik dit heb uitgesproken, begin ik te lachen en zeg ik tegen de ander dat het wel meevalt en dat ik me wat aanstel.

Maar ik stel me waarschijnlijk niet aan, want anders had ik ook nog gewoon kunnen koken die dag, bij het gezin kunnen zitten en een boek kunnen lezen. Maar omdat ik zó moe ben en vooral: zó veel in mijn hoofd zit met ‘wat er allemaal wel niet gebeurd is en hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen’, lukt het niet. Ik lijk of wellicht bén een gijzelaar van mijn hoofd. En het stopt niet. De één heeft een piep in zijn hoofd, de ander sinterklaasliedjes, ik heb de afgelopen jaren in mijn hoofd. Ze kunnen er niet uit. Ze gaan er niet uit.

Dat brengt mij bij mijn boek(en) (helemaal niet, maar had geen bruggetje, maar wilde wel een beetje een natuurlijke overgang naar dat onderwerp, niet helemaal gelukt, merk ik nu).
Ik ben (een beetje) op zoek naar een manier om mijn boeken onder de aandacht te brengen. Niet omdat ik het geld nodig heb (ik verdien er niet aan i.v.m. ziekte-uitkering en het kost me belasting, maar ik kan het wel investeren in een (compleet vernieuwde) herdruk van mijn uitverkochte eerste en/ of een nieuwe druk van mijn tweede boek. Net zoals al die andere honderden ervaringsdeskundige ggz-verhalen, wil ik dat die van mij gelezen wordt. Níet omdat ik mijn levensverhaal vertel, wél omdat ik een kijkje in de ggz geef en ik mensen die wereld wil laten zien. Omdat dat best helpend kan zijn als jezelf of een naaste erin belandt.

Een kijkje van een vrouw in de dertig die ineens in een wereld van gedwongen en gesloten psychiatrische zorg zit. Van iemand die niet meer wil leven. Over naasten die het niet meer weten. Over wensen voor de toekomst en over zware momenten. Natuurlijk niet zomaar opgeschreven, maar in dichtvorm, in tweets, in anekdotes en in columns. En, welja, ook nog eens met humor her en der (en met een klein beetje ‘schuttingtaal’, zo las ik in een recensie). Maar het mooiste: mensen hebben het met plezier en/ of tranen gelezen. Ze waren ontroerd en lachten hard. Die reacties krijg ik vaak. Privé helaas. Zoals in mijn mailbox, DM, messenger etc.)

Mijn vraag waar ik naartoe werkte: wie heeft er een idee om meer reclame voor dit -in eigen beheer uitgegeven boek, maar wel landelijk verkrijgbaar, maar geen uitgever, dus in slechts een aantal winkels beland en winkels negeren mails en worden ook niet warm of koud van een bezoekje aan hun winkel- te maken? Hoe breng ik hem buiten Twitter onder de aandacht?

Heeft iemand een idee? Ik wil namelijk best graag (en op best veel verzoek!) mijn roze ‘Het was niet alleen maar leuk tijdens mijn depressie’ in herziene uitgave willen herdrukken. Maar daar heb ik dus de inkomsten van de verkoop van ‘Veel succes met je PTSS’ voor nodig.

Een/ de gouden tip hoe ik dat doe en/ of een geweldige reclame die iemand maakt en flink bereik blijkt te hebben, beloon ik graag met iets leuks. Moet alleen nog bedenken met wat :-) 

(Trouwens, daar mogen jullie ook mee over nadenken!)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten