zondag 3 januari 2016

gelachen

Ik heb afgelopen jaar niet alleen maar in bed gelegen. Ik heb ook nog veel kunnen lachen.

Terwijl mijn thuisfront in de veronderstelling was dat ik huilend gesprekken voerde met psychologen en me terugtrok op mijn kamer, had ik de grootste lol met 'lotgenoten'. Voor mij is humor ook in de meest pijnlijke situaties een manier om er nog een beetje mee om te kunnen gaan. Anderen noemen dit gedrag 'vluchten' en 'weglachen' overigens. Hoewel het lachen me thuis toch wel echt vergaan was, kwam ik met wat anderen wel weer op stoom.

Wat losse opmerkingen/ situaties:

Ik heb samen met een ander de grootste lol. We lachen veel en hard . Er schuiven wat mensen aan en al snel komt het onderwerp op 'waarvoor je hier zit'. Ik benoem mijn diagnose: een ernstige depressie. Elke keer kwam dat er toch wat raar uit, uit mijn lachende mond.

We zitten in een centrum voor mensen die kampen met een burnout, depressie en/ of verslaving. Op een gegeven moment zegt iemand: 'ik stoor me aan die chagrijnige bekken van een paar. Ik bedoel: je hoeft toch ook niet altijd met een lang gezicht rond te lopen?!'

Het onderwerp suïcidaliteit is natuurlijk een onderwerp waar je niet te hard, te veel, of sowieso niet om moet lachen. Ik deed dat (sorry!!!) wel.' Een gedeelte uit één van mijn Sintgedichten:

'je kreeg een mooie kamer met een verhoging
na jouw mislukte zelfmoordpoging'

Mijn man komt voor het eerst op visite. Hij is blij me te zien. Het ging ook zó slecht met me de laatste tijd. We treffen verschillende medeclienten in het gebouw. Ze zeggen o.a. tegen mijn man:

'Ik heb al maanden niet meer zó gelachen als om jouw vrouw!'
en
'Respect voor jou, dat je met haar getrouwd bent, van íedereen hier!'

Dat viel dan weet niet echt lekker bij hem. Hij kende me niet anders meer dan een depressief hoopje in bed...




'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten